Als je je ouders verliest op jonge leeftijd, verandert er iets voor de rest van je leven. En het is onmogelijk om te overzien wat de gevolgen hiervan zijn.
Je verliest de onvoorwaardelijkheid in je leven. De mensen bij wie je - als het goed is - zonder definitieve gevolgen onredelijk kon zijn. De mensen die dankbaar voor je geboorte waren. De mensen die mijlpalen met je vierden. Leren fietsen, verjaardagen, examens.
Na de dood van je ouders sta je er als jongere heel anders voor. En de omgeving snapt dit niet altijd. WeesWijzer begrijpt dat het voor omstanders soms heel lastig te begrijpen is hoe dat is, ontworteld zijn.
Weeskinderen. Beelden als Harry Potter, Charles Dickensverhalen, of Batman komen misschien bij je op. Of kindertjes in ontwikkelingslanden. Begrijpelijk - maar er ook een ander beeld: de kinderen om je heen. In je eigen stad, in je eigen buurt.
In Nederland zijn ongeveer 35.000 kinderen en jongeren die zonder één of beide ouders leven. Halfwezen en wezen.
Sinds 1951 bestaan er geen weeshuizen meer. Ergens denken we: gelukkig maar! Maar het probleem is niet opgelost. Veel weeskinderen worden NIET opgevangen door familie of door vrienden.
Velen vallen tussen de mazen van het net en raken hierdoor in problemen. Dat zien we iedere dag. In het nieuws, en om je heen.
Een voorbeeld: ongeveer duizend keer per jaar worden jonge nabestaanden uit hun huurwoning gezet na overlijden van hun ouders, waardoor ze én ontworteld raken, én hun thuis verliezen. Hierdoor raken zij dubbel getraumatiseerd: ze hebben met rouw te maken, maar worden ook in een overlevingsmodus geduwd, waardoor ze eigenlijk niet aan rouwen toe komen, maar vechten voor een basisvorm van bestaan. Omdat voor jou is besloten dat je je huis uit moet, en wel binnen zes maanden.
Een van de grootste heikele punten is dat als je in een situatie belandt waarop je weinig tot geen invloed hebt, er lange termijnproblemen ontstaan. Uitgestelde rouw, een grotere mate van onzekerheid, emotionele moeite en zelfvertrouwen om een goed leven op te kunnen bouwen. Terwijl de verwachtingen van de buitenwereld (school, werk, kennissen) gewoon doorgaan.
Het punt is dat de basis van je leven in orde moet zijn voordat je daadwerkelijk ook de rest (alle dingen die ‘normale’ kinderen en jongeren wél kunnen) kunt opbrengen. Goede schoolresultaten. Studeren of werken. Gezonde relaties aangaan. Vertrouwen op jezelf en goede mensen om je heen herkennen. Een goed leven bouwen. Geloven in jezelf.
Ieder kind heeft recht op eerlijke kansen. Zonder die basis heb je een veel kleinere kans in het leven. Ieder kind heeft recht op eerlijke kansen. Weeskinderen zijn hierin niet anders.
Weeskinderen zijn niet zielig. Ze zijn volwaardige mensen, net als jij en ik. Zij hebben echter ervaringen opgedaan op zeer jonge leeftijd, die hen krachtiger én kwetsbaarder maakten. Krachtiger, omdat ze het leven recht in de ogen aankijken. Kwetsbaarder, omdat ze weten dat de onvoorwaardelijkheid van buitenaf voor altijd weg is.
WeesWijzer werkt sinds 2007 aan het zien, faciliteren en versterken van weeskinderen. Notice, facilitate, empower. En dat zou iedereen moeten doen. Scholen, organisaties, overheid, zorgverleners, buren, vrienden. Omstanders. Daarom helpt WeesWijzer ook hén. Zodat zij weeskinderen leren opmerken, faciliteren en empoweren. Hen veerkrachtig te maken, en een volwaardig leven laten leiden. Met leven, leren, werken, en een goed sociaal vangnet.
Want als jij en ik weeskinderen niet in hun kracht zetten, wie dan wel?