Wet Huurbescherming Weeskinderen aangenomen door Tweede Kamer
Op dinsdagmiddag 24 oktober nam de Tweede Kamer de initiatiefwet Huurbescherming Weeskinderen met algemene stemmen aan. Deze wet houdt in dat jonge nabestaanden in de leeftijd 16 tot en met 27 jaar na het overlijden van hun ouders in hun corporatiewoning mogen blijven wonen tot hun 28e levensjaar. Voor wezen die hun ouders verliezen op hun 27e geldt dat zij nog twee jaar mogen blijven wonen in hun ouderlijk huis. Een motie door het Kamerlid Don Ceder (CU) voor huurbescherming voor bepaalde tijd voor alle weeskinderen van 18 jaar en ouder, ook bij particuliere verhuurders, is eveneens aangenomen. De indieners van het wetsvoorstel zijn Kamerleden Daniel Koerhuis (VVD, initiatiefnemer), Pieter Grinwis (CU), Caroline van der Plas (BBB) en Lisa Westerveld (Groen Links). WeesWijzer is sinds 2007 belangenbehartiger en kennisplatform voor wezen en behandelt sinds 2009 vraagstukken rond huurrecht voor weeskinderen. In deze hoedanigheid stond WeesWijzer initiatiefnemer van het wetsvoorstel bij. Als deze wet ook in de Eerste Kamer wordt aangenomen, dan ligt de tijd dat wezen uit hun corporatiewoning kunnen worden gezet definitief achter ons.
Dit wetsvoorstel was ingediend op 23 december 2021, volgend op een motie voor barmhartig huurbeleid voor weeskinderen door corporaties (door Daniel Koerhuis) die met algemene stemmen werd aangenomen op 17 november 2020. Volgend op de motie zette de toenmalig minister een expertgroep op voor dit doel. De toenmalig minister stelde een gedragscode in die inhield dat jonge nabestaanden maximaal 24 maanden in de huurwoning van hun overleden ouders mochten blijven wonen.
In de periode na de motie ervoeren jonge wezen echter nog steeds druk van woningcorporaties om hun huis te verlaten. De periode van 24 maanden had geen ondergrens (behalve de wettelijk vastgelegde periode van 2 maanden).
Weeskinderen bleven uitgezet worden, ook na rechtszaken, ook tijdens de coronapandemie. De situaties van onder meer Faith (Zuid-Holland), Sammy-Jo (Utrecht), Annica (Gelderland) toonden uitzettingen aan in de afgelopen jaren heen. Deze gang van zaken werd mede geïllustreerd door de documentaire ‘Niemands Nummer Een’ waarvoor documentairemaker Pippi Dijkstra gedurende twee jaar drie jonge wezen volgden. Deze documentaire maakte impact op Kamerleden. Zij zagen in beeld gebracht welke consequenties het verlies van ouders op jongeren heeft, vooral met een bijkomende nijpende kwestie als onzekerheid over hun woonsituatie. De gelijknamige expositie is momenteel te zien in het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (deze is nu alleen zichtbaar voor mensen die werkzaam zijn bij de Rijksoverheid. Het zou geweldig zijn als deze expositie ook op meer zichtbare locaties getoond kan worden, zoals bijvoorbeeld op stadskantoren, in bibliotheken en andere plaatsen waar je als burger komt).
Omdat wezen hun vertrouwde huis uit moesten, ook na inwerkingtreding van de gedragscode voor woningcorporaties diende Kamerlid Daniel Koerhuis op 4 juni 2023 het wetsvoorstel in ter behandeling in de Tweede Kamer. Op 5 en 19 oktober jl. vonden de debatten plaats. Op 24 oktober jl. werd de wet met algemene stemmen aangenomen. Deze wordt binnenkort behandeld in de Eerste Kamer. WeesWijzer vertrouwt erop dat de wet voortgang zal vinden.
Voor wezen die inmiddels zijn uitgezet is deze nieuwe wet enerzijds een mooie gebeurtenis; hun nieuwe lotgenoten zullen hun nijpende situatie niet hoeven ervaren. Anderzijds kampen zij met begrijpelijkerwijs met verdriet en frustratie, met gedachten als ‘waarom moest ik wél mijn veilige vertrouwde huis uit? Waarom komt dit voor mij te laat? Waarom is mijn situatie een ‘case’ en konden ze mij niet redden?’. Begrijpelijke emoties. WeesWijzer blijft zich vanzelfsprekend voor hen inzetten, zoals voor alle weeskinderen in Nederland, als belangenbehartiger en bondgenoot.